de reeds vermelde brand van 1574 had de toren
zoo ernstig geleden, dat hij kort na den herbouw
van de kerk dermate begon over te hellen, dat men
gevaar duchtte. Daar de visscherij en koopvaardij
groot belang hadden bij een toren, daar deze een
vast baken was bij het in- en uitzeilen van de
Maas, steunde de stadsregeering het herstel er van.
Deze restauratie schijnt niet afdoende te zijn ge
weest, want reeds in 1734 vertoonde zich hetzelfde
euvel. Eerst zag men het nog eens aan, doch na
verloop van negen jaren werd de toestand zoo
gevaarlijk, dat men besloot tot afbraak van den
toren en tot den bouw van een nieuwe. Wanneer
men oude gravures bekijkt, waarop de kerk en
toren voorkomen, dan ziet men dat laatstgenoemde
veel gelijkt op den toren van de Groote- of St Jans-
kerk te Schiedam. De nieuwe toren zou niet alleen
buiten de kerk komen te staan, doch ook hooger
worden dan den vorige. Het plan werd ontworpen
door en opgedragen aan David van Stolk (1692
1770), mr metselaar, hoofdman van het metse
laarsgilde, bouwkundige en houthandelaar te Rot
terdam. Daar de toren buiten het kerkgebouw
werd opgericht, was het noodzakelijk, dat de
noorder en zuiderbeuk in westelijke richting wer
den verlengd, om bij den nieuwen toren aan te
sluiten. Hierdoor werd tevens bereikt dat meer
ruimte in het kerkgebouw werd verkregen.
Het kerkgebouw, dat in zijn eenvoudige vormen
alle voorn aamheid mist, doet koel en streng aan,
daar alle versieriug ontbreekt.
Naar de gewoonte dier tijden had het kerkbestuur
verschillende autoriteiten om een gebrandschilderd
glas verzocht. Zoo schonken de Staten-Generaal,
de Raad van State, de Staten van Holland en de
ambachtsheer Willem van Ruytenburgh, ieder een
glas met hun wapen, dat aan de noordzijde werd
98