heel vormend. Heerlijk staat het enorme dak,
met fleurige roode pannen gedekt, als een banier
op het gebouw. Inwendig werden de vloeren, die
vol gaten zaten, hersteld en recht gelegd op de
sterke eiken balken, die hun taak nog best kon
den vervullen. En zoo werd het kunststuk klaar
gespeeld een vijftal keurige woningen, voorzien
van moderne sanitaire inrichtingen, letterlijk uit
de chaos te scheppen.
Men deed nog meer. Ieder huis kreeg een tuintje,
begrensd aan de Singelzijde door een gemeen
schappelijk „plantsoen", dat door de Gemeente
wordt onderhouden. De buitenmuur van den to
ren werd doorgeslagen; deze werd een poort en
ten gerieve der bewoners werd over den singel een
brugje gemetseld. Het is een genot hier even te
verwijlen, links en rechts buigt zich het water
naar u toe, imponeerend is het gebouw meer dan
ooit, rechts ziet men de torenspitsjes van de
Kampbinnenpoort boven daken en boomen door
gluren.
Is men hier te ver gegaan? Er is over deze res
tauratie eenige deining ontstaan. Men meent, dat
hier de fantaisie te veel leidsvrouw is geweest.
Immers het staat niet vast, dat de Plompetoren
eens een poort is geweest.
Inderdaad bleek, na het schoonmaken van het
metselwerk, dat dit volkomen gaaf was en er was
geen spoor van een oude poort te zien. Maar is
het niet mogelijk, dat men in de 15e eeuw, toen
48