„het Latijntje" geheeten. Omdat het gebouw eeu
wenlang als gevangenis werd gebruikt, werd het
ook vaak „Dieventoren" genoemd. Sedert 1554
werden de gevangenen in den toren gesloten, en
in 1829 gingen de „politie"gevangenen in de er
bij behoorende Muurhuizen. Wij houden ons het
liefst aan den oorspronkelijken naam: Plompe-
toren.
Na zoolang als gevangenis gebruikt te zijn is het
gebouw in de 19e eeuw als woonruimte gebruikt.
In den vorigen oorlog diende het als verblijf voor
Belgische vluchtelingen. Verval en verwaarlozing
grepen voortdurend in en omstreeks 1925 stond
er „onbewoonbaar verklaarde woning" boven
ettelijke deuren. Het was een jammerlijk gezicht.
Toen werd het huis eigendom van een vooruit
ziend aannemer. Hij zag er wat in en meende er
wat van te kunnen maken. Met voorlichting van
den dienst voor Rijksmonumentenzorg en met
steun van diverse subsidies werd een belangrijk
werk begonnen.1) De gedachte was, niet alleen
het oude schoon te herstellen, maar het tevens zóó
nuttig te maken, dat het zich zelve betalen zou. De
pleisterlaag werd verwijderd en het geschonden
metselwerk hersteld en een prachtig kleurengam
ma van zacht gele, bruine, oranje kleuren begon
te lichten. De gevels aan de grachtzijde waren
niet langer monotoon; men ziet duidelijk ver
schillende typen naast elkaar, maar toch één ge-
x) Onder leiding van arch. Blom.
47