nisz., als „ingenieur der Staten Graeffelycksheyts
van Hollandt" aan wien de vernieuwing der ves
tingwerken van vele steden was opgedragen. Ze
bevatte 20 steenen wachttorens en 6 poorten, later
kwamen er nog 5 bij. Aanvankelijk waren er twee
grachten naast elkaar, maar die zijn geleidelijk
tot één verbreed.
Bijna vier eeuwen lang is dit het uitwendig stads
beeld gebleven. Slechts langs de beide kanten van
de tot haven verbreede gekanaliseerde Eem, de
Kleine- en Groote Koppel, zijn in de 18e eeuw
nog wat grootere huizen gesticht. Buiten de mu
ren waren slechts wat boerderijen, tabaksschuren
en enkele ververijen van een toen niet onbelang
rijke textielnijverheid. Karakteristiek is dat in
1828, toen het begraven in de St Joriskerk ver
boden werd, de nieuwe begraafplaats binnen de
gracht (thans Plantsoen West) aangelegd werd.
De foto is uit de poort van die begraafplaats ge
nomen. Afb. 5.
In de 19e eeuw werden slechts enkele straten zon
der eenige architectonische waarde gebouwd.
Eerst toen om 1900 het nieuwe station gesticht
werd, was de tijd voor den grandiozen uitleg on
zer stad aangebroken.
40