ken? Deze vraag is gewettigd, immers tegenwoor
dig zien we, buiten de Koppelpoort, rechts en
links in kleine watervallen het water uit de grach
ten zich vereenigen met dat wat dwars door de
stad via korte en lange Gracht en het Spui, onder
de poort stroomt. Dit Spui trouwens is menschen-
werk, de oude bedding liep van den Westsingel,
iets Oostelijker, het overblijfsel daarvan loopt
door een duiker onder de eerste huizen van het
„Zand". Wijlen Dr Z. Regelink 1) heeft op grond
van sondeeringen, welke ten Zuidoosten van de
stadskern verricht zijn, onbetwistbaar aangetoond,
dat de Luntersche en de Barneveldsche beken, die
thans de Eem voeden, zich oudtijds ten Zuiden
van Amersfoort vereenigden, op een punt bij den
Heiligenbergerweg, tegenover de nieuwe Rij
school der S.R.O.C. Onze stad ligt dus aan de
Eem en niet aan deze beken.
1) Tijdschr. Kon. Ned. Aardrk. Genootsch. 1941. pg. 29.