„Pallus latissima" (waar later door ontginning
Hamersveld zou ontstaan). De plek was slechts
per schuit bereikbaar. De heuvel een oerlaag
er onder wijst er op is van natuurlijke vorming.
Zooals we ook in het Zuiden der Geldersche Val
lei gezien hebben is ook deze heuvel in den ijstijd
opgestuwd. Men veronderstelt nu, dat, naarmate
het ijs afsmolt en de toppen boven kwamen, door
regen en smeltwater het zand gedeeltelijk naar
beneden spoelde en dat door den wind daaruit
„duinen" ontstonden. We vinden thans, in bijna
rechte lijn, heuvels op den Treek, Lockhorst, Hei
ligenberg, Randenbroek en de heuvels, waarop
oud Amersfoort ligt, met name de Hof. De Ho-
horst 2was daarvan de hoogste. Ze is thans
nog ca. 10 M -)- A.P., maar is eertijds dus veel
hooger geweest.
Hier verrees kort na 992 het Benedictijner kloos
ter. Aanvankelijk met één cel, later 18 Novem
ber 1006) uitgebreid tot een klooster voor een
twaalftal Benedictijnen. Het was hier, dat Ansfri-
dus, geheel blind geworden, zich in 1006 terug
trok. Hij overleed in 1010.
Na Ansfridus' overlijden ontstond strijd om zijn
stoffelijk hulsel. Die van Utrecht eischten hun
bisschop op, de Hamelanders wilden het op Ho-
horst hun Mons-Sacer begraven zien. Ten
1) Het uitgestrekte moeras.
2) horst boseh.
100