daarom met de bespreking van een merk van beslist runisch karakter, waarop echter ook het kruis voorkomt. Wij zien hier weer, hoe onze voorouders allerlei gebruiken en symbolen uit den oertijd, die nog onder hen leefden, in eere hielden en een nieuwen inhoud gaven. Wij zien hier nu in: de odal (erfgoed) en de ing de ruit (nakomelingschap). Al is het een fanta sie, wij kunnen er dit in lezen: „Wat ik bezit mijn goed en de mijnen ze zijn des Heeren" (Rom. 14 8) 90

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 121