IX. HETJACOBAKANNETJE Een boekje over gebruiksaardewerk zou niet vol ledig zijn zonder een hoofdstuk over de Jacoba- kannetjes. De naam is zoodanig gemeengoed ge worden, dat iedereen hem te pas en te onpas ge bruikt. Vaak te onpas, want er schijnen maar wei nig menschen te zijn, die zich een duidelijke voor stelling hebben gemaakt van wat nu eigenlijk een Jacobakan is. Meestal worden alle hard gebakken kannen zoo genoemd, of ze nu grijs, bruin dan wel vuilgeel zijn. De begripsverwarring schijnt nog in de hand ge werkt te zijn door het een dertigtal jaren geleden in den handel brengen van een soort bruin ge kleurd aardewerk, dat onder den naam van Jacoba- aardewerk op de markt gebracht werd. Al deze misverstanden zijn niet noodig. Lang voor ons hebben geleerde oudheidminnaars zich met het Jacobakannetje bezig gehouden en het door be schrijving en afbeelding in breeder kring bekend heid gegeven. Om zoo'n verdienstelijk man te noe men: Cornelis van Alkemade (1654—1737). Men neme zijn „Nederlandsche Displechtigheden" een uitvoerige beschrijving van Hollandsche tafel gewoonten en wat men daar voor drinkgerei bij gebruikte ter hand om volledig te worden in gelicht. Ook in het boek van zijn ouderen tijdge noot Adriaan Pars kan men de gewenschte gege vens vinden. Beide werken zijn echter vrij zeld zaam en niet iedereen kan ze dus zoo maar bij de hand hebben. Hier volge daarom de beschrijving van het echte Jacobakannetje en wien het geduld 96

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 94