er nauwelijks over verwonderen het bekende
klaverblad-van-drie-motief is aangebracht. De
scherf is door de vondstomstandigheden in het
midden van de veertiende eeuw te dateeren.
Waarschijnlijk hoewel niet met volle zekerheid
te bepalen is de scherf een fragment van een
Noord-Nederlandsch stuk werk.
Bij het onderzoek van Starrenburg werden de
scherven gevonden van een kan, die wel iets vroe
ger gesteld mag worden dan het stuk van Polanen.
De gele klei, waaruit de rijke ornamenteering be
staat, schijnt tamelijk stijf te zijn geweest, zoodat
zij in millimeters dikke strengen op den wand ligt.
Hier en daar schijnt de werkspaan bij de model
leering geholpen te hebben. Tenslotte heeft de
pottenbakker de slibversiering overtrokken met
groengetint loodglazuur; de kruikwand zelf echter
met ongetint loodglazuur. Het groen is evenwel
zoo onvolkomen gemengd, dat men op de gele
slibruggen wat groene puntjes ziet, in plaats van
een egaal groene laag. Al met al is het een stuk,
waaraan ongetwijfeld veel zorg besteed is; een
echt pronkstuk.
De eerste vraag, die men zich bij de bestudeering
van deze kanfragmenten stelt is wel deze: zijn er
wellicht hier of daar stukken te vinden, waarmee
de fragmenten van Starrenburg te vergelijken zijn?
In ons land ken ik alleen in het Friesch Museum te
Leeuwarden een beschadigde kan, die veel over
eenkomsten met de besproken fragmenten vertoont.
Overigens staan in de musea van Mechelen, Gent
en Brugge kannen met een slibversiering, die tech
nisch zeer nauw bij de boven beschrevene aanslui
ten. Voor zoo ver het weinige materiaal een conclu-
91