Datums kennen we pas uit de zestiende eeuw. On der de vondsten uit de Leeuwarder Jachthaven vond Ottema een scherf met het Amsterdamsche wapen en het eerste deel van een jaartal: 15... Een andere scherf, met krijgsknechten versierd, was gedateerd 1573. Een even vereerende opdracht als de pottenbak ker, die het kannetje voor Trijntje Jacobs maakte, kreeg een onbekende gildebroeder in Utrecht. Hij moest het gilde der Zakkendragers een groote kan met twee ooren leveren, voorzien van een opschrift en het wapen der stad. Hebben de zakkendragers er al te onvoorzichtig mee omgesprongen of heeft een al te groote vroolijkheid nadeelige gevolgen voor de kan gehad? De kan, die in het Centraal museum te Utrecht wordt bewaard, mist den bo dem en een gedeelte van den buik. Op het frag ment ziet men een tamelijk samengestelde versie ring: twee maal het stadswapen van Utrecht, waar onder een keizerskroon, geflankeerd door twee uilen. Het opschrift luidt: ANNO 1616 DIT IS DE SACKEDRAGERSKAN 1616. De middellijn van dit overblijfsel is al 39 cm.; het geheel kan dus een formidabel stuk geweest zijn. Er zijn uit dezen tijd wel meer gedateerde stukken. Een klein, bescheiden testje uit het museum te Zwolle draagt het jaartal 1621. Men vraagt zich af, wat aanleiding geweest kan zijn om dit stuk te dateeren. Maar, genoeg over de potten en pannen met jaartallen. Eigenlijk ging er aan dat schrijven en teekenen met den ringeloor nog wel iets anders vooraf. Al les heeft zijn ontwikkeling, ook de versieringstech niek van het aardewerk. 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 81