en kunnen met hun toch wel goede voortbrengse len zich nog slechts met groote moeite handhaven. In 1770 verzoeken de pottenbakkers van Bergen om beschermende maatregelen tegen den invoer van Frankfortsche potten, die naar het schijnt van even goede kwaliteit waren als het door hen ver vaardigde kookgerei. Wellicht had Bergen zich wat kunnen herstellen, wanneer zij haar vroeger zoo belangrijke uitvoer had kunnen opvoeren. Maar daar waren anderen, ook al in moeilijkheden, nu weer niet op gesteld. In 1772 vragen de Goudsche pottenbakkers ten minste om een verbod van invoer van vreemde pot ten, buiten de provincie gemaakt. Als verdere te gemoetkoming verzoeken zij tevens vrijdom van den impost op turf. Wat wij over de geschiedenis der pottenbakkers ervaren, spreekt steeds weer van strijd om het be staan. Op het eind der zeventiende eeuw tracht ten de Friesche pottenbakkerijen de Hollandsche markt te veroveren. De pottenbakkers uit Noord en Zuid-Holland steken de koppen bij elkaar het gaat hier om een vijftigtal bazen en onder zoeken de oorzaken. De Friezen hebben hun turf voor de ovens goedkooper en dat moest belangrijk tot verlaging van den kostprijs bijdragen. Het roo- de Friesche goed, dat Holland overstroomde, was gebakken van klei, die aan den Rijn werd gegra ven. Welnu, wat kon doeltreffender zijn dan een ver bod tot uitvoer van deze klei? En er ging een ver zoek naar de Staten van Holland om een uitvoer verbod uit te vaardigen naar het voorbeeld van Utrecht en Bergen op Zoom. Het verbod kwam; 71

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 69