De pottenbakkers, die er het vlugste bij waren ge
weest hun bedrijf te verplaatsen, behoefden niet
zoo heel ver weg te gaan. Aan de latere Heeren
gracht, tusschen Leliestraat en Bergstraat, schijnt
bijvoorbeeld de pottenbakkerij „de Gulden Braedt-
pan" te hebben gelegen. Waren de gegevens be
treffende de middeleeuwen reeds schaarsch, voor
de zeventiende en achttiende eeuw vloeien onze
bronnen al niet veel rijkelijker. Het zijn meestal
concurrentiekwesties, waarin de Overheid gemengd
wordt.
Die Bergensche pottenbakkers, reeds in de mid
deleeuwen een gilde van beteekenis, hadden hun
actieve nazaten. Overal trachtten zij afzetmoge
lijkheden voor hun waren te vinden. Het is begrij
pelijk, dat de plaatselijke grootheden zich daar
door niet weinig bedreigd voelden.
In Zierikzee woonde in 1636 een zekere Matthees
Huybrechtsse Pottebacker. Waarschijnlijk een man
van groot allure. Hij schijnt de markt in Zierikzee
geheel te beheerschen en zijn bedrijf goed georga
niseerd te hebben. Verschillende weduwen konden
tenminste in haar onderhoud voorzien door de pot
ten van Matthees te verkoopen. De voortbrengse
len van Bergen bereikten ook Zierikzee en de han
delsoorlog begon. De raad van het stadje meende
niet beter te doen, dan den invoer van Bergensch
aardewerk, het „rootpottebackerswerk", slechts op
de wekelijksche marktdagen en op de jaarmarkten
toe te staan. Nu wilde het ongeluk echter, dat bet
bedrijf van Matthees de Scheldeklei, waarover
Bergen op Zoom zich het beschikkingsrecht had
toegeëigend, niet kon missen. Het laat zich gemak
kelijk raden wat er gebeurde. Toen de maatregelen
69