haalde de geschiedenis zich. Langzamerhand ont staan de omstandigheden, waaronder de draaischijf dankbaar als een uitkomst wordt aanvaard. Hoe alles in zijn werk gegaan is, blijft in het duister van voorbije tijden verborgen. Het laat zich echter goed denken, dat een potter uit Vlaanderen of het Rijnland, die de schijf en zijn gebruik reeds lang kende, zich in een bepaalde stad vestigde en door zijn voorbeeld het gebruik van de schijf op den duur ingang deed vinden. Wanneer dit gebeurd is, laat zich heel moeilijk vaststellen; waarschijn lijk is de schijf in de dertiende eeuw algemeen in gebruik. Tenminste in de grootere centra van die dagen. In de kleine plattelandsgemeenschappen zal het uit de hand vormen nog lang hebben standgehou den. Aanvankelijk moet de schijf wel een terugslag op den vormenrijkdom hebben uitgeoefend. Er gaat eenigen tijd over heen, voordat alle mogelijkheden van het werktuig ontdekt zijn en de vaardigheid verkregen is, om het werktuig zijn dienende functie te doen verrichten. In de tot ons gekomen voor werpen is niet veel van die worsteling met de schijf te bespeuren. Daarvoor bezitten wij waar schijnlijk nog te weinig materiaal. Wanneer men eenmaal weet, dat er vele soorten schijven bestaan, wordt men ook nieuwsgierig naar de schijven, die deze oude pottenbakkers ge bruikt hebben. Helaas zoeken we tevergeefs naar aanwijzingen, die ons op weg zouden kunnen hel pen. Voor zoo ver mij bekend, bevindt zich alleen aan de kathedraal te Reims een stukje beeldhouw werk, waarin een schijf is weergegeven. Hier zit 60

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 58