nen, tot groot gemak van de vrouwen op de na burige hoeven. Zoolang het land nog overdekt was met boerenhoeven, waar men in alle opzichten gewend was, zich zelf te helpen, ontbraken de voorwaarden voor het ontstaan van het beroep pottenbakker; of, zooals de oude perkamenten hem noemen: potter. Maar wanneer er zich kleine ge meenschappen vormen, waarin men voor verschil lende dingen op elkaar aangewezen is, zal het pot tenbakken langzamerhand als beroep uitgeoefend zijn. Het is heelemaal niet onwaarschijnlijk, dat zich in een handelsstad als het Karolingische Dorestad reeds een pottenbakker bevond. Zoo moet het ook in de twaalfde en dertiende eeuw gegaan zijn, in de groeiende steden. Ook daar zal de noodzake lijkheid het beroep hebben doen ontstaan. Men kan zich zoo voorstellen, dat die arme potter haast dag en nacht moest werken, om de vrouwen van Dorestad in staat te kunnen stellen alle gebroken potten en pannen te vervangen door nieuwe. In zijn droogschuur stonden heele rijen kannen en kruiken te drogen; heele stapels plankjes lagen binnen zijn bereik om een reeks kookpotten of an der keukengerei te vormen. De geplaagde man moet er tenslotte toe gekomen zijn, om bepaalde voorwerpen in serie te vervaar digen. Stonden zijn vingers eenmaal naar melk kannen, dan zal hij heel wat van die dingen ach ter elkaar gemaakt hebben, alvorens tot de kook potten te zijn overgegaan. Het begin van de indus- trialiseering is er. Dorestad verdween door een catastrophe in de eerste helft van de negende eeuw vrijwel geheel. Maar in de groeiende steden als Dordrecht her- 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 57