laatste bewoningsperiode rond 1400 stammen voor den dag is gekomen. Onder de vondsten van Merwede nemen de im portstukken wel een groote plaats in, maar daar door laat de inheemsche pottenbakkerij zich toch niet van haar plaats dringen. Haar voortbrengse len zijn anders, omdat de grondstof andere moge lijkheden biedt, maar zij bestrijkt toch altijd nog een groot terrein. Ook in de zestiende eeuw weet zij zich daar te handhaven; versierde borden bewij zen, dat men naast het tin nog wel degelijk aarde werk gebruikte. Het is trouwens de vraag of het tin in de eerste plaats niet het houten gebruiksvoor werp verdrongen heeft. Op het eind van de zestien de eeuw echter moet het eenvoudige aardewerk al lengs meer het veld ruimen voor de majolica, het „Delftsch". In de keuken bleef het echter nog vol op in gebruik. Op verschillende schilderijen van onze 17de eeuwsche meesters ziet men heele col lecties potten, pannen en kannen (vgl. afb. 27). Wanneer men al deze afbeeldingen goed vergelijkt, valt er zeker een groote vormenrijkdom op te mer ken. En dat zal nog lang zoo blijven. In het mu seum te Bergen op Zoom staat een vitrine met mo dellen uit een pottenbakkerij te Bergen op Zoom; modellen van eenvoudige gebruiksvoorwerpen, ten deele bestemd om bij het boter- en kaasmaken dienst te doen, die nog diep in de negentiende eeuw geregeld vervaardigd werden. De studie van de ceramiek, die zich in de eerste plaats bezig houdt met de vormontwikkeling en het ontstaan van nieuwe vormen, is nog zeer jong. Zij beschikt echter reeds over tal van gegevens, die een begrensden horizont tot wijkende verten heb- 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 29