wonnen geven, wanneer hij het tegendeel kan zien. Met een beetje moeite kan men zich, ook zonder tentoonstelling, wel een voorstelling verwerven van den vormenrijkdom van verschillende tijdperken. Ik mag bekend veronderstellen, dat de hunnebed den de toenmalige bewoners van Drenthe gediend hebben tot begraafplaats en dat ondanks grondige vernieling door de eeuwen heen het archaeologisch onderzoek toch nog verschillende vondsten aan den dag heeft kunnen brengen. Het hunnebeddenvaat- werk geeft al heel wat variatie te zien: vrij vlakke schalen, hooge bekers, kommen, schalen op voet en flesschen. De cultuur der urnenvelden doet daar tegenover armelijk aan: we mogen echter niet ver geten, dat we in elk brandgraf slechts die eene urn vinden, waarin de asch werd verzameld. Een en kele keer komt het wel eens voor, dat in de groote urn een bijpotje gevonden wordt. Maar een beeld van het huisraad uit den tijd der urnenvelden krij gen we uit deze vondsten toch eigenlijk niet. Dan zouden we eens een hoeve moeten vinden, die door een plotselinge catastrophe getroffen was, zoodat we na eeuwen de sporen van een plotseling afge broken bestaan zouden kunnen bestuderen. Het museum te Wijchen geeft weer een groote verscheidenheid te zien van vormen, die bij een kleine bevolkingsgroep vrijwel gelijktijdig in ge bruik waren. Deze tamelijk onbekende verzameling is wel zeer rijk voorzien van de voortbrengselen der Germaansche vrouwen. Een weinig geduld en belangstelling en men ontdekt groote voorraad- potten, kookpotten, schalen, kommetjes, bekers en zelfs voorwerpen, die men voor zoutvaatjes zou kunnen houden. 28

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 26