ren vloeit voort uit onwil of verkeerde inzichten. De liefhebber bekommert zich niet om dat alles, overtuigd als hij is van den zin van zijn werk. En hij mag daarvan overtuigd zijn. Van tijd tot tijd komt er een aanwinst, die hij met recht als een nieuwe figuur in de kleine wereld van zijn verza meling mag beschouwen. Ik wenschte, dat het mogelijk was eens een ten toonstelling te organiseeren van alle aardewerk, dat in ons land in musea en particuliere verzame lingen aanwezig is. En dan voor alle stille werkers de gelegenheid scheppen, daar eens een dag onge stoord rond te kijken. Dan zouden zij kunnen zien, hoe rijk de wereld der potten en pannen aan ver schijningen wel is. Dan zouden zich wijkende ver ten voor hen opdoen en zij zouden tot de ontdek king komen, dat deze wereld grooter en rijker is, dan zij hadden kunnen vermoeden. In vrijwel geen enkel tijdperk was de huishouding zoo armelijk, dat drie of vier stuks aardewerk als „middel voor alle kwalen" moesten dienen. Een ieder zal grif toegeven, dat men wel een ver zameling uiteenloopende vormen bij elkaar kan krij gen, wanneer men een greep mag doen in de pro ductie der pottenbakkerij over een tijdperk van meer dan twee duizend jaar. Maar dat het ook mo gelijk is, uit alle groote tijdperken, die eenigermate als een afgerond geheel beschouwd kunnen wor den, voldoende verschillende vormen bijeen te bren gen, zal niet zoo gemakkelijk aanvaard worden. De man, die voor zijn geestesoog de rijen vrijwel gelijkvormige urnen ziet verschijnen ik laat daar, dat er in werkelijkheid subtiele verschillen bestaan zal dit ten sterkste ontkennen en zich pas ge- 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 25