Ik doe maar eens een greep uit het vele, dat mij bekend werd. Daar is dan het geval van den man, die een schuurtje in zijn tuin wilde zetten. Een tuintje in het hartje van een oude stad. Bij het graafwerk voor een simpel fundeerinkje stiet hij op scherven, houtresten en beenderen. Zijn zwa ger, de slager, wist al gauw te vertellen, dat er be slist geen menschenbotten bij waren. Alles afval, waarmee men in vroeger dagen een afvoergreppel dichtgemaakt had. Scherven van hard, vuilgrijs aardewerk en stukken rood geglazuurd aardewerk. Eenige maanden bleven de scherven in een karton nen doos bewaard, maar daar niemand van zijn kennissen er raad mee wist, ging de belangstelling van den vinder ervoor verloren en op zekeren dag verdween de stoffige, bijna vormlooze schoenen doos met de vuile scherven en het spinrag in den vuilnisbak. Een verlies voor de wetenschap? Och, dat is achteraf niet te zeggen. Voor den man zelf was het in ieder geval heel wat aardiger geweest, als een kenner van het materiaal hem een en ander er over had kunnen vertellen. Het toeval bracht iemand in dit geval eens een keer tot de oude scherven. Er zijn echter heel wat menschen, die bij hun dagelijksche werkzaamheden vaak scherven en soms ook wel gave stukken te genkomen. In de eerste plaats natuurlijk degenen, die in oude plaatsen grondwerk te verrichten heb ben. De een bij het leggen van waterleidingbuizen, de ander bij het maken van bouwputten voor groote warenhuizen. Wanneer de omstandigheden gun stig zijn kunnen er heele verzamelingen aangelegd worden. Soms vindt men in de keet van opzichters een collectie aardewerk, die een overzicht biedt van 18

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 16