halzen bekeek, kwam hij er vaak toe, de stukken bij elkaar te passen. Scheen het niet al te gek te wor den, dan knutselde hij net zoo lang, tot hij er met vindingrijk vernuft een geheel van gemaakt had. De faam van zijn merkwaardig bedrijf bereikte de antiquairs in de groote stad en op zekeren dag monsterde een joviale, zwaargebouwde heer met diamanten dasspeld zijn verzameling. Een enkele scherf wilde hij wel hebben en de gave potjes ken de boer ook wel aan hem kwijt. Maar deze weiger de, onthutst bij de gedachte, zijn kostelijke stukken te moeten missen. Die dingen, met zoo veel vlijt en handigheid uit drie, vier verschillende stukken sa mengevoegd, daar kon meneer er wel een van mee nemen. Maar de ander lachte, zocht een enkele scherf met blauw en oranje uit en beloofde nog eens terug te komen. Na dezen heer uit de stad kwamen er meer. Met echte boerenslimheid hoorde hij hen uit en leerde langzamerhand vele bijzonderheden over zijn scher ven kennen. Zoo kwam hij aan de weet, dat de scherven met de letters eens deel uitmaakten van een mooie groote kruik, die onder de kenners met den naam „Boerendans" aangeduid werd. Dit soort kruiken moest zoo ongeveer 1580 vervaardigd zijn in het plaatsje Raeren bij Aken. De gekleurde scherven werden door de alwetende bezoekers majolica genoemd en het bleek zaak, goed op de versieringen te letten. Er konden stuk ken bij zijn, die heelemaal uit Spanje of Italië af komstig waren. Aan de rood geglazuurde scherven had niemand aandacht geschonken en dat verwonderde den boer, want hij had er toch bij, die met figuren in 16

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 14