niet het geval is. Ook de witte engobe bevordert dus het koelhouden van het water. Met de punt kan de kruik bovendien gemakkelijk in den zoom van een akker worden ingegraven. Daarom, de ver klaring als waterkruik is heelemaal niet zoo onge rijmd. Ook de kruiken met den bollen bodem, oogenschijn- lijk van hetzelfde aardewerk en door dezelfde werkwijze ontstaan, kunnen heel goed als water kruiken hebben dienst gedaan. Nu bestaan er en kele, die van binnen geglazuurd zijn. Die kunnen voor het transport van olie gediend hebben. Een stuk perkament, dat goed gespannen en onder den hals vastgesnoerd werd, zal dan den mond heb ben afgesloten. En nu de vraag, waar onze beide rariteiten van daan komen. Het ligt voor de hand om te zoeken in warme landen. Een onderzoek in onze ethno- grafische musea leverde niets op. Een correspon dentie met musea in Noord-Afrika leerde, dat de kruiken daar onbekend waren. Hoogstwaarschijn lijk zijn zij van Spaansch-Moorschen oorsprong en door de Spanjaarden, dan wel door den han del op Spanje en Portugal in ons land verzeild ge raakt. En nu heel wat anders dan waterkruiken. In ver schillende musea bewaart men een pot met een oor op den buik, een gat in den buik en een langen hals. Aan den hals een doorboord nopje. Een heel vreemd geval, waarmee men eigenlijk nergens goed raad wist. Men meende wel eens, dat het voor werp door den zilversmid gebruikt werd. Maar er waren eerlijk gezegd toch nooit sporen aan de be wuste voorwerpen te ontdekken, die op het bevat- 136

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 134