enkel lichtgroen blaadje. Vlak daarbij een stuk van een tegeltje. En kijk, nog een stuk rood aardewerk met een prachtig glanzend oppervlak. Wonderlijk, dat hem vroeger nooit iets dergelijks op deze plek was opgevallen. Tien stappen verder weer zoo'n kale plek. Nog meer scherven. Een stuk bruin, hard aardewerk met figuurtjes, haast een soort beeldhouwwerk in het klein. Het was warem pel, of er nog letters op stonden. Met moeite spel de hij: DAPPER BLASEN. Wat kon dat nu wel geweest zijnKom, het werd tijd, om de grep pels bij te steken. Hij gooide de scherf neer en wil de verder gaan, weifelde echter, bukte zich en stak de scherf met de letters in zijn zak. Keek nog even om zich heen, raapte ook het stuk met de gekleur de figuurtjes op en stopte dit bij het andere, 's Avonds werd het paard ziek en daaraan zal het wel gelegen hebben, dat de oude boer niet meer aan de wonderlijke vondsten van dien morgen dacht. Maar enkele dagen later diepte hij ze bij toeval uit zijn zak op, legde ze op tafel en bekeek ze lang en aandachtig. Z DAPPER BLASEN DAWat kon daar in 's hemelsnaam toch wel gestaan hebben? De boer was niet getrouwd: hij beredderde zijn huishouden zelf zoo'n beetje en daardoor verdwe nen de scherven niet zoo schielijk van tafel. Ik wil niets kwaads van boerinnen of huisvrouwen in het algemeen zeggen; ik kan niet anders dan het feit constateeren. Van de tafel verhuisden de scherven naar den schoorsteen. En, hoewel hij het zelf wat gek vond, op een goeden dag stapte hij weer naar dien rug in zijn weiland en speurde naar scherven. Er lag een stuk van een bord met een tros druiven 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 12