veel minder voor; waarschijnlijk niet zoozeer, om dat de kruiden van tafel verdwenen, dan wel om dat men dat doodgewone roode geglazuurde aar dewerk ging vervangen door tin, glas en majolica. Een begeerenswaardig bezit voor ieder geestdrif tig huisvrouw is een stel schalen. Haar voorgang sters behoefden het reeds in een ver verleden niet zonder te doen. In de Hunnebedden zijn schalen gevonden en telkens weer duikt dit bruikbare huis raad op. Er zijn schalen in het blauwgrijze aarde werk en velerlei schalen in het roode geglazuurde goed. (afb. 2). Er zijn schalen met en zonder tuit; met gelobde randen en met zeer eenvoudige ran den. Vooral in de late middeleeuwen schijnt de fan tasie van den pottenbakker zich in de schalen uit te leven. Naast de schalen bekleeden de kommen natuurlijk ook een voorname plaats in de keuken inventaris. En dan, sedert de vijftiende eeuw, niet te vergeten de borden, (afb. 25). Die borden zijn nog niet als de onze, met een nauwelijks merkba ren standring dan wel geheel vlak, maar meestal met drie vrij zware, aan den rand van het stand- vlak uitgeschulpte pooten. Vaak zijn deze borden met enkele gele sliblijnen versierd, maar even vaak vormt het ongetinte glazuur hun eenigen tooi. Het bordje van afb. 24 heeft een vlakken bodem, zoo als de meeste bordjes in dit genre. Al heel gauw worden de borden van eenvoudig rood geglazuurd aardewerk verdrongen door de borden van Delftsch aardewerk. Die witte borden met hun blauwe ornamenten stonden toch heel wat voornamer dan de roode. Zoo duur was het een voudige Delftsch ook weer niet, dat het voor den gemiddelden man onbereikbaar was. 125

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 123