steelpan van rood aardewerk in velerlei afmetin
gen; de rand is over het algemeen zeer eenvoudig
afgewerkt. Soms, vooral bij de oudste vertegen
woordigers van dit soort gebruiksvoorwerp, vormt
het handvat een koker, waarin men een houten
steel kan steken, wanneer er kans bestaat om de
handen te branden. Dit nuttig huisraad schijnt men
in de keuken voor duizend en één doeleinden te
hebben gebruikt. Uiteraard braken de steelpannen
nog al eens en daardoor zal het voor den potten
bakker een dankbaar artikel zijn geweest (Afb. 34).
Hoewel de steelpan voor alles en nog wat te ge
bruiken was, schijnen er toch nog van die bijzon
dere gerechten bestaan te hebben, die het voorhan
den zijn van een zeer bijzondere steelpan noodza
kelijk maakten. Het model van afb. 19 doet wel iets
denken aan de Romeinsche bronzen casserolle, hoe
wel de steel daar veel meer domineert dan bij dit
stuk. Maar dat is in aardewerk ook niet zoo goed
mogelijk. Wellicht heeft men juist dit soort steel
pan gebruikt om mosselen te koken. Blijkens de
vondsten in de afvalputten beteekende een portie
mosselen omstreeks 1400 voor velen al een geliefde
lekkernij.
Van de steelpannen naar de steelpannetjes is maar
een kleine stap. Het zijn meest schoteltjes met een
middellijn van ongeveer 8 cm. Soms van onder ge
heel vlak, soms voorzien van drie kleine uitschul-
pingen aan den rand van het standvlak. Het hand
vat is altijd maar eenige centimeters lang. Zij zul
len gediend hebben voor pastijtjes, ragout, mos
terd, zout en kruiden, waarmee men in de vijftien
de en zestiende eeuw de maaltijden smakelijker
maakte. Na de middeleeuwen komen de schoteltjes
124