Wanneer je nu de balans opmaakt, moet je wel
bedenken, dat er waarschijnlijk nooit zulke enorme
hoeveelheden aardewerk zijn gemaakt, omdat er
veel houten voorwerpen gebruikt werden. De hout
draaier leverde heel wat bekers, koppen en nappen
voor het dagelijks gebruik. Zelfs op de tafel van
den Hertog van Gelder vind je nog wel een kop
van „eyloofsholt". Wel in zilver gevat, maar toch
in hoofdzaak een stuk drinkgerei, dat gedraaid is
uit het wortelhout van een klimop. Maar laten we
de foto's samen eens bekijken".
Het gesprek, dat zich daarop naar aanleiding van
de foto's ontspon, is de onmiddellijke oorzaak van
het schrijven van dit hoofdstuk geweest. Want
ieder, die het oude gebruiksaardewerk met belang
stelling bekeken heeft, moet zich de vraag gesteld
hebben, hoe het nu eigenlijk staat met de verschil
lende vormen van drinkgerei.
In de musea ziet men meestal kannen en kruiken.
Als er een beetje veel van dit soort dingen is en
de ruimte klein, werd al dat middeleeuwsche aar
dewerk in een kast dicht opeen gezet en de weini-
ke kleine stukken gaan volkomen tusschen de groo-
te verloren. Er zijn natuurlijk goede uitzonderin
gen. In de Egmondzaal van het museum te Alk
maar, waar de vondsten van het Slot Egmond zijn
tentoongesteld, is het kleine goed juist behoorlijk
zichtbaar opgesteld. Ik noem dit voorbeeld, omdat
de opgraving van het slot op den Hoef zoo'n groo-
te hoeveelheid aardewerk heeft opgeleverd. Er zijn
nog wel meer musea, waar men de kleine dingen
recht doet wedervaren.
Wanneer men eens de moeite neemt om een flin
ke verzameling reproducties van schilderijen uit de
108