VOORWOORD
Het was in het jaar 1920 dat begonnen moest
worden aan de restauratie van de Sint Nicolaas-
of Groote Kerk te Edam. Het eerst noodige was de
vernieuwing van de dakbedekking van de buitendak-
schiiden met de daarbij behoorende herstellingen aan
de houten kap daaronder. Bij de bezichtiging van de
aanwezige oude en versleten dakbedekking trok het de
aandacht dat deze anders was dan gewoon. Er werden
eenige foto's van gemaakt met de gedachte dat deze
tot leidraad konden dienen voor de nieuwe bedek
king. Doch wie kon dat maken? Speurende voerde de
weg naar den leidekker Joh. Beisterveld te Utrecht,
die bleek eön, misschien wel de eenige, vakman in
Nederland te zijn die zich verdiept had in de aloude
werkwijze en de daarbij behoorende materialen. Hij
leverde voor het kerkdak te Edam de materialen en
een vaardigen leidekker als leermeester voor de overi
gen en zoo werd voor het eerst op groote schaal weder
een echt Rijndak gemaakt, welk dak nu, na 25 jaren
nog als nieuw is. Dat behoort zoo, want de vorige
dakbedekking had drie eeuwen dienst gedaan.
Van hem leerde ik hoe een echt leiendak behoort te
zijn en hoe niet en sedertdien ontdekten wij beiden
aan oude leibedekkingen bijzonderheden, maar ook
leerden wij zien hoe diep het leidekkersambacht ge
zonken was en hoe lichtvaardig de menschheid daar
over dacht. Doch het was en bleef zijn vak en voor
mij slechts een onderdeel van het vele dat de bouw
kunst biedt. Hij trok naar de plekken in andere landen
waar de leien vandaan kwamen, om daar zijn vak-
5