Om Hem zoo te loven hier en hierna eewich in sijn Huys
hier boven. Om van deze teksten te genieten, zoowel we
gens den inhoud, wegens de calligraphische verzorging
en tijdsopvatting, moet men deze bezichtigen en lezen in
de rust van de kerkruimte, niet in een boek met de „be
schrijving" van een bouwwerk.
Om nu verder het kerkgebouw te bezichtigen moet men
zich rekenschap geven van de moeilijke opgaaf, waarvoor
men in den aanvang der 17e eeuw stond, om een afge
brand bouwwerk dat gemaakt was voor den Roomsch
Katholieken eeredienst, in te richten voor den Hervorm
den godsdienst, waarvoor geen architectonische regelen
bestonden. In dit licht gezien is de kerk te Edam een
meesterstuk. Van allerlei prutserij die men in andere oude
groote kerken aantreft, van binnenmuren, houten schot
ten of iets van dien aard is hier geen sprake. De ruimte
is heel gelaten, het schip ingericht voor de godsdienst
oefening, het choor voor bijeenkomsten en de zijbeuken
voor wandeling vrij gelaten.
In het schip is dan de preekkerk. Tegen een der zuilen
aan de Zuidzijde is de kansel bevestigd, een fraai stuk
meubelmakerswerk uit het midden der 17e eeuw, toen de
schepen uit Westindië zeldzame houtsoorten medebrach
ten Daardoor is de preekstoel, welke klassieke vormen
heeft, ingelegd met ebbenhout, waarbij het jaarcijfer
1649 benevens de initialen IH B van den maker. Het
voetstuk is veel ouder, mogelijk afkomstig van een doop
vont van vóór den brand. Het klankbord is daarentegen
later, met Lod. XV vormen verwijzende naar de 18e eeuw.
Om den kansel is de voor den Hervormden eeredienst
merkwaardige doopruimte met de banken voor bepaalde
functionarissen. Deze doopruimte, ook wel „doophek"
en ook wel „tuin" geheeten is aan de achterzijde toegan
kelijk onder „doopbogen" van gegoten koper als de kro
nen, iets eigens van het Hollandsche land. Het houten hek
dat de ruimte omgeeft is sierlijk gesneden. Aan de voor
zijde is het gestoelte van den voorlezer, die evenals de
predikant op den kansel, een fraaien koperen lezenaar tot
98