87
vens de geheele oostzijde, de veelhoekige choorsluiting en
de vlakke beëindiging van de zijbeuken» Daardoor kwamen
de transeptgevels terug te liggen bij de zijmuren der zij
beuken. Het Noorderportaal, dat blijkens de vormen zeer
oud is, behoort tot de eerste bouwcampagne; het zuider
portaal en de Librije moeten gemaakt zijn na de ver
grooting.
Nadat het kerkgebouw de verwijdering van altaren en an
dere sieraden bij den aanvang der Hervorming te Edam
in 1572 had medegemaakt en daarvan in architectoni-
schen zin niet beter geworden was, kwam in 1602 de ge
weldige brand welke ten gevolge had dat alles wat aan het
bouwwerk brandbaar was, verdween en slechts overbleven
de muren, de zuilen en de schacht van den toren. Welk
een kracht moet er toen van Edam zijn uitgegaan om de
kerk weder te herstellen, niet op een noodhulp manier
maar goed, er een eikenhouten kerkkap op te zetten zoo
goed gemaakt dat slechts vakkundigen kunnen zien of deze
oorspronkelijk en gothisch is of later gemaakt en om de
kerk zoo kostelijk uit te rusten met alles wat daar nu nog
te bezichtigen is. Slechts één houten voorwerp is den kerk
brand ontsnapt. Het is de klok welke stond onder het ge
metselde gewelf van het Noorderportaal en nu staat in de
Kerkeraadskamerhet koperen slagklokje draagt tot rand
schrift: 1568 VERBVM DOMINI MANET IN
ETERNVM
Na wat rondgewandeld te hebben komt het eerst in aan
merking om bezichtigd te worden wat het meest de aan
dacht trekt. Dit zijn de kleurige gebrandschilderde gla
zen. Deze verkeerden vóór de restauratie van de kerk in
slechten staat; ze werden kunstvol en verantwoord her
steld door den glasschilder Willem Bogtman te Haarlem
in de jaren 1920—1932. Daarvoor werden de glazen eerst
geteekend en gefotografeerd in den staat zooals ze waren,
uitgenomen, in het atelier uitgelegd, de glaasjes uit het
verteerde lood genomen en deze met nieuw lood weder in
elkaar gezet, waarbij nog wel wat meer te pas kwam. Om
de glazen te bezien begint men in den Noord West hoek