HOOFDSTUK VI
WAT EDAM THANS BIEDT
Wie Edam voor 't eerst bezoekt en niet meer tijd heeft
dan één dag of een deel daarvan, zal verstandig doen bij
den toegang tot de stad in de omgeving van het tram
station wat vlug door te loopen en dan kalm den weg te
zoeken naar den Noordkant van de stad, om 't even welke
straten hij kiest, om een algemeenen indruk te krijgen en
dan naar de Groote Kerk te gaan, daar eerst omheen te
wandelen en dan binnen te gaan. De buitenzijde van het
zeer groote bouwwerk zal den bezoeker treffen door de
groote eenvoud, behalve de aanbouw aan de Zuidzijde, de
vroegere Latijnsche school en het portaal aan de Noord
zijde, een gaaf gothiek onderdeel in baksteen uitgevoerd
met toevoeging van natuursteen.
Nadat de koster welwillend toegang verleend heeft, treden
we binnen aan de zonzijde door het overwelfde Zuiderpor
taal, waar de witgepleisterde gewelfribben rusten op zon
derling versierde kraagsteenen. Dan gaan we door een
eikenhouten tochtportaal, waarna we plotseling staan in
de geweldige ruimte van de Groote Kerk. Hier moeten
we eerst om ons heen zien om een indruk te krijgen van
de enorme ruimte en van het vele dat daar te zien is aan
gebrandschilderde glazen, kerkmeubilair, orgel, kronen,
grafsteenen en zooveel meer. We moeten eerst een uurtje
omdoolen alvorens aan een geordende bezichtiging te be
ginnen. Daarvoor dient aangevangen met den plattegrond
van het bouwwerk. Een oppervlakkige beschouwing toont
reeds aan dat deze niet ineens zoo ontstaan kan zijn. Van
een eerste bouwperiode zijn de toren en de kern van het
kerkgebouw, eeni kruiskerk met vermoedelijk smalle zij
beuken. Een volgend bouwtijdperk omvat de afbraak
van genoemde smalle zijbeuken en het daarvoor in de
plaats maken van breede zijbeuken, evenhoog en vrijwel
even breed als het middenschip van de kruiskerk, bene-
85