57
lieken, 200 Evang. Lutherschen en 80 Doopsgezinden.
De „onkerkelijken" van dezen tijd kende men blijkbaar
toen nog niet. Toch kan de telling niet heelemaal goed
„zijn, want het oude Joodsche kerkhof langs de Noord
zijde van de Haven vertelt ons dat er te Edam ook Joden
woonden, al waren 't er wellicht niet veel. Deze cijfers
betreffen de geheele gemeente, met inbegrip van Volen-
damde stad Edam had ongeveer 2500 inwoners, verdeeld
over 580 huizen en 600 huisgezinnen.
Als oudste geschiedkundige mededeeling deelt Van der
Aa medeZeker gaat het, dat de plaats toen teni minste al
een halve eeuw, onder dien naam bekend en een stad was,
alzoo Hertog Willem van Beijeren, Edam, bij twee hand
vesten van den jare 1357, onder andere voorregten ver
gunde
Dat leert ons iets van den ouderdom van Edam, hetwelk
past bij het ontstaan van Amsterdam; van beide steden
verliest de historie zich in nevelen. Ter toelichting zegt
hijSedert werd er een sluis in den dam gelegd, die vol
gens een handvest van gemelden Hertog Albrecht, gegeven
in het jaar 1403, op kosten der grafelijkheid, moest on
derhouden worden.
Dat leert ons dat er eerst een dam is geweest en later een
sluis daarin, iets merkwaardigs omdat met alleen een dam
de afvoer van water naar de zee niet werd afgesloten. Die
sluis moet dan gemaakt zijn tusschen 1357 en 1403 en zal
geheel van hout geweest zijn, zooals men ze in 't polder
land nog wel aantreft, boven van stutbalken met karbeelen
voorzien.
Van de poorten der stad deelt hij mede:
De stad had zeven poorten, als: de Noorderpoort en de
Kaaipoort ten. N. de Oosterpoort en de Zoutkeetenpoort ten
O., de Gevangenpoort ten Z., en de Monnickendammer-
poort en de Westerpoort ten W doch al deze poorten
zijn omtrent het jaar 1836 afgebroken.
Dat past op de beschavingsgeschiedenis. In Amsterdam
werden in denzelfden tijd drie prachtige stadstorens afge
broken, de Haringpakkerstoren aan den Ykant, de Jan