zen en bouwwerken in de omgeving tevens teloor gingen.
Reeds aanstonds begon een „Collecte, beginnende met een
schaaldat men welhaast, in plaats van een schaal,
een Sleede gebruiken moeste."
Daarna volgen tal van berichten over den herbouw van
de kerk welke van waarde zijn voor de kunsthistorische
bestudeering van het kerkgebouw, waarbij blijkt dat do
minee het archief van de kerk heeft gekend en bestudeerd.
Daaruit worden de volgende zinsneden aangehaald:
5 Aug. 1602, de dorpel, of de eerste steen geleidt. De
oude preekstoel is uit den brand gered.
leyenwerk wierd nog ten eynde dezes jaars 1604, na
genoegen opgeleeverd. (Dit blijkt later te betreffen de
buitendakvlakken welke bedekking tot de restauratie, dus
ruim 3 eeuwen dienst deed).
Klokgieter Wegewaart twee nieuwe klokken gegooten heb
bende, 1605.
10 Jan. 1608. Dankzeggingspredicatie.
Binnenkanten der kappen, eerst voorloopig met 12000
pannen gedekt, in 1609 met leien.
1610 vier kronen in de kerk aangebracht.
1610 twee wandborden, gedagtenis van de brandt.
.wierd de leydekker Elsert Hendriksz: Pot nog in No
vember dezes jaars 1622 gelast naar Engeland te reyzen,
om voor de Kerk leyen vandaar te haaien; in 't volgende
voorjaar van zijnen tocht terug gekomen zijnde, begon hij
in April, met magt van volk, de eerste leyen op het west
einde dat gedekt was, te leggen, (met gedekt zal bedoeld
zijn voorzien van houten bebording.)
1626, de kerk was voltooid.
Doodboek 1633, den 7 July Begraven Tryn Cornelis, de
Groote Meyd.
1636 de dubbelde bank van de Heeren der Regeeringe,
om het speelen van de windt, van de Noorder Kruispylaar,
voor het choor.
In het jaar 1644 de kap van de Kerk gevoert (dat zal zijn
het houten gewelf aangebracht) en met een steenen muur
gezygt.
53