INLEIDING
Wie Edam wil bestudeeren moet bij Amsterdam begin
nen en omgekeerd. In Amsterdam kan hij zien hoe Edam
had kunnen worden wanneer de stad was voltooid en tot
wasdom gekomen. In Edam kan hij zien hoe de Amster-
damsche Damsluis is geweest. Beide steden hebben hun
Dam, Spui, Keizersgracht, Heerengracht, Doelestraat, Gra
venstraat en Jonkerstraat. Beide ontleenen zij hun naam
aan 't water en aan den dam die daarover geslagen werd. In
Amsterdam heette de oever langs 't Damrak Op 't Water;
in Edam kent men de Kade Op 't Y geheeten.
Er zijn ook tegenstellingen. Zoo buitensporig veel litteratuur
als er over Amsterdam bestaat, zoo weinig is er over
Edam. Behoudens enkele mededeelingen in oude boeken, is
het oudste en eenige gedrukte geschiedenisboek van Edam
een bescheiden boekske van den predikant W. A. T. Kruyt-
hof (2e druk 1756), herhaald door een boekje van 1857
door F. Allan, onderwijzer op Marken. Er is nog een twee
de geschiedenisboek van Edam, een weinig bekend stuk, een
niet tot druk gekomen boek, een „handschrift" genaamd.
De geschiedenis der stad Edam door P. Costerus Wzn van
1869 met een vervolg over de SintNicolaaskerk door W. P.
Costerus Pzn. Daarbuiten is er een geschiedenisbron zon
der weerga, dat is de stad zelve in haar aanzien, wateren,
rooilijnen, straatnamen, toegelicht door het geringe aantal
oude en nieuwe kaarten van het gewest en plattegronden
van de stad.
In dit geschrift is slechts in bescheiden mate gebruik ge
maakt van historische gegevens ontleend aan voormelde
boeken, terwijl in 't geheel geen speurtocht door archieven
ondernomen werd omdat dit beter aan beroepshistorici kan
worden overgelaten, maar werd in ruime mate geput uit
de laatstgenoemde bronnen, de kaart, de stadsplattegrond,
de afbeelding doch bovenal uit de werkelijkheid, datgene
wat velen argeloos voorbijgaan. Een van de doeleinden
5