op te merken dat aan den waterstaatkundigen toestand,
aan de wegen te water en te land, weinig is veranderd.
Door het „oude land" met de kronkelende kreken en de
voetpaden zijn de rechte trekvaarten ontstaan, één Zuid-
waartsch richting Monnickendam en één Noordwaartsch
richting Oosthuizen, beide met een behoorlijke weg er
langs. Alle onderdeelen zijn met grooter nauwkeurigheid
aangegeven dan voorheen. Men ziet er de seinpalen op
aangegeven welke nu nog in het landschap zichtbaar zijn
en die vóór en ondanks de telefoon dienst deden om
berichten over te brengen noodig voor de bemaling of
voor noodsignalen.
5. De moderne kaarten van Holland.
Na de fraaie en beste kaarten uit de zeventiende eeuw van
Berckenrode en van Douw kon de achttiende eeuw niet tot
nieuwe kaarten komen, behoudens dan herdrukken van den
laatstgenoemde, ook in verkleinde afmetingen. Deze bie
den voor onze beschouwing geen bijzonderheden. Eerst de
Fransche tijd gaf andere inzichten. Want de Fransche
overheersching, hoe naar voor 't land, liet ook nog goede
zaken na, het kadaster met de driehoeksmeting. Het was
vooral uit de overweging dat de torens nuttig waren voor
de veldtelegraaf en voor de triangulatie dat deze over-
heidseigendom bleven en niet met de kerkgebouwen wer
den verstrekt aan de kerkgenootschappen. Zoo waren te
Edam sedert 1807 zoowel de toren van de kleine kerk, de
speeltoren, als die van de groote kerk eigendom van de
burgerlijke gemeente; tot de laatste in 1-032 werd over
gedaan aan de Ned. Hervormde Gemeente.
Zoo ontstond dan in 1807 de eerste kaart van Noord Hol
land, gegrondvest op triangulatie, gemaakt onder directie
van den kolonel C. R. T. Krayenhoff, geteekend door den
luitenant-ingenieur J. E. van Gorkum. De triangulatie en
de militie behoorden bij elkaar. Het is merkwaardig hoe
de driehoeksmeting begon. Ieder die daarvan iets begrijpt,
weet dat men ergens beginnen moet met het zuiver meten
20