kerk overgebracht naar die van de O.L.V. kerk en zijn
daardoor den brand van 1602 misgeloopen. Van de 17
klokken zijn er 16, in 1561 gegoten door den gieter Peeter
van den Gheyn te Mechelen; één klok van 1620 is van
Henricus Muers. De groote middenklok, van anderhalve
meter wijdte is zonder randschrift.
De geledingen van den toren zijn, naar Noordhollandschen
trant, van baksteen met natuursteenen sieraden van lijs
ten, banden en hoekblokjes en met spitsboogvormige nis
sen dit is architectuur uit de 15e eeuw. Daarboven is het
achtkant met slanke steunbeeren, geheel van natuursteen.
De peervormige spits die eenige keeren brand heeft ge
had is van hout bekleed met lood, 17e eeuwsch werk.
Op de peer ziet men de wapens van zes Noordhollandsche
steden, hetgeen wijst op een geschenk. De balustrade wel
ke van hout en minder fraai was, is niet lang geleden ge
restaureerd en werd toen van natuursteen gemaakt.
Ook in den toren is iets te zien van goede ambachtelijke
kunst, een eikenhouten spiltrap in een houten traptoren,
gedateerd 1568 en een zeer oud uurwerk van 1561 met
sierlijk smeedwerk. Van den omgang, de trans van den
toren, waar men veilig staat achter de steenen balustrade,
is een prachtig gezicht op de stad met de wijde verten van
Waterland, meer water dan land.
Gaan we thans zien op het belangrijkste plein, de Dam.
Daar is eerst de Damsluis, de breede overwelving met de
sluisdeuren eronder, een echte damsluis zooals Amster
dam er een gehad moet hebben. Deze zal in den loop der
jaren eenige malen vernieuwd zijn, blijkens het jaarcijfer
1798 aan de Westzijde en 1795 aan de Oostzijde, maar
wat tot ons gekomen is bleef van imposante schoonheid.
Opzij is een wapensteen, betrekking hebbende op het
Hoogheemraadschap der uitwaterende sluizen. Op de dam
sluis is een merkwaardig gesmeed ijzeren hek in laat
gothische vormen, waarin het jaarcijfer 1569, dat echter
door herhaalde verplaatsing niet meer geheel intact is,
doch een fraai voorbeeld ^yan goed oud smeedwerk.
Van de Damsluis, het zitje tegen 't aloude hek, is veel te
109