uit de 14e eeuw dateeren en goud, rood, blauw
of zwart van kleur waren.
Ter versiering van effen ruimten of vakken
kwamen ook in de 15e eeuw al de damasceeringen
of diapreeringen voor. Zij dienen alleen als vlak-
vulling en zijn vaak fraaie staaltjes van ormentiek-
kunst. Overigens hebben zij geen heraldische be-
teekenis, zijn dus geen stukken' offiguren'. Men
kan ze ook weglaten. Het beste komen zij tot
hun recht in gebrandschilderd glas.
Voor de dekkleeden kwamen ook lappen of linten
in gebruik met sierlijke kronkels.
Afb. 31. Laat-Gothische/vroeg-Renaissance overgangsstijl.
Er komt Renaissancezwier in de dekkleeden en meer
relief in de helmen.
9i