Bij den overgang tot den Laat-Gothischen stijl
werden de figuren iets losser en de dekkleeden
wat sierlijker, de helmen naar R. gewend of aan
ziend. (afb. 29) De dekkleeden waren afhangend en
eveneens wat losser geteekend, meest als doeken
met vouwen of plooien hier en daar. De helm-
teekens verschilden weinig van de Oud-Gothische.
De schilden waren soms met riemen aan den helm
bevestigd. Men ziet nog voorbeelden hiervan op
grafzerken. Ook vond men daarop soms alléén
88
Overgang tot laatgothisch
Af b. 28. Oud-Gothische stijl. Vorm van den adelaar en
de positie van het dekkleed (aan één kant van het schild)
zijn kenmerkend.