HOOFDSTUK VI
WAPENSTIJLEN
We gaan nu over tot de wapenstijlen. De eerste
wapens waren heel eenvoudig; kenmerk van
het ware! Het schild was driehoekig, in alge-
meenen zin dan. De bovenkant was recht of flauw
gebogen en de zijkanten steeds gebogen. Meestal
stond het schild scheef naar heraldisch R. Het
was beladen met eenvoudige stukken, b.v., een
kruis uit geloofsoverwegingen, een dwarsbalk,
een paal, een keper, penningen, welke stukken
oorspronkelijk tot versterkingen moesten dienen
en op de meest houten met leder overtrokken
schilden, ofwel ijzeren, waren aangebracht. Later
vulden de figuren het schild geheel dan wel zoo
veel mogelijk. Oorspronkelijk bestonden wapens
alléén uit schilden, in de 13e eeuw kwamen de
helmen pas in gebruik. De helmteekens rustten
op den helm, doch vooreerst nog niet op een
wrong en gingen in dekkleeden of helmdekken over
(zie afb. 28). Ook rees het helmteeken wel uit een
drie ofmeerbladige kroon. De helmdekken (lambre-
quins) waren nog stijf en slechts aan den L.kant
aangebracht, later bij aanziende helmen wel aan
beide zijden (zooals in afb. 27), doch niet altijd
precies symmetrisch. De leeuwen hadden drie klau
wen met nagels,een gesloten muil, zoodat de tong
onzichtbaar bleef, alsmede een staart, versierd met
verschillende haarbossen aan den L.kant en een
86
OüDGOTHISCH