Indië zijn opgenomen in ,Lapidarum Zeylanicum'
van L. Ludovici (Eng.) met goede afbeeldingen
en in Voor-Indië door Rea. Ook die in de Mo-
lukken door v. d. Wall.
De reeds genoemde Mr C. A. Bloys van Treslong
Prins maakte, tijdens zijn verblijf in Ned. Indië
de beschrijving der oude Nederlandsche zerken
op Java.
Voor grafzerken in Suriname zie Ned. Leeuw 1941
door Fred. Oudschans Dentz. Voor Friesche
grafzerken vide ,Friesche Oudheden'met afb. 1875
alsmede Grafzerken uit de 16e eeuw in Friesland'
met platen van R. Seytenburg 1915.
Vermeld zij nog, dat in vele zerken koperen platen
met wapens waren ingelegd, doch die zijn bijna
alle gestolen. Een enkele, zooals de geheel koperen
grafplaat van van de Corput te Breda is echter
nog in al haar schoonheid te zien. In de Navorscher
vindt men ook tal van grafzerken beschreven, door
schrijver dezes in Brabant en op Tholen alsook
in Gelderland opgenomen.
Ds J. J. Kalsma schreef een aardig boekje over
,,us olde Tjerkelands" in het Friesch, voor een
deel grafzerken besprekend.
Artistieke eisciïen
In artistieken zin moet het wapen voldoen aan
den eisch, dat het een fraai geheel moet zijn en
alle onderdeelen in denzelfden stijl geteekend of
geschilderd, sierlijk zonder overdrijvingen, niet
overladen, en vooral juist- (dus zonder fouten).
Duitsche en Oostenrijksche vorstenwapens met
vele kwartieren en met boven het schild vijf tot
negen en soms nog meer helmen, waarvoor geen
ruimte is en waarvan 2/3 L. en R. ernaast ge
plaatst zijn, voldoen niet. Zelfs 5 helmen naast
75