gemaakt. Een uitstekend adres hiervoor is W.
Bogtman te Haarlem.
Vooral voor kerkramen werden deze kunstwerken
toegepast. Zij geven aan het interieur een zeer
bijzondere verlichting, vooral bij zonneschijn, en
een wonderlijk effect. Bijzonder fraai komt dat
b.v. uit in de Sainte Chapelle te Parijs. Voor
wapens werden het meest ovale glasplaten beschil
derd. De contouren met zwarte lijnen, c.q. looden
lijstjes, vervolgens werd er kleur na kleur inge
brand. De Zwitsersche Glasscheiben zijn beroemd
en daarvan zijn er nog vele bewaard gebleven.
Afbeeldingen vindt men o.a. in de Archives
Héraldiques Suisses. Tegenwoordig is deze kunst
herleefd en bestaat er vooral wat betreft familie
wapens veel vraag naar. Helaas is door oorlogs
geweld in de laatste jaren veel teloor gegaan.
Men noemde de kunstenaars vroeger glasschilders.
Bekende vertegenwoordigers zijn b.v. P. van Cleeff
(1675) en P. Loover (16351720). In zijn werk
over Rotterdam schreef van Spaan, dat van Cleeff
was „zonder flatterije de beste wapenschilder van
gansch Holland en een deftig glasschilder en zijn
maat P. Loover verstaat hem dat kunstje ook".
Zie W. Bogtman #,Nederlandsche Glasschilders"
(Heemschutserie) waarin een lijst voorkomt van
alle bekende glasschilders van 1469 af en met vele
afbeeldingen. Jan van Boekhorst was „kennelijk"
ook een goed glasschilder, volgens Wagenaar.
Op sierglazen van polderbesturen of particulieren
kwamen oudtijds wel wapens voor, die er in
geslepen of door het gebruik van fluor later er
in geëtst waren. Meestal zijn zij van groot model
en zeer sierlijk. Enkele zijn in mijn familiearchief.
In het Rijksmuseum kan men een schoone glazen
kast vinden. Ter eere van ons vorstenhuis zijn
68