een fijne stalen naald, gedoopt in witte stof op
geteekend wordt, doch als spiegelbeeld van het
oorspronkelijke. Dan wordt een electrische boor
machine gebruikt, type zooals die van een tandarts,
welke boven de zitplaats van den graveur hangt,
die overigens met een sterke loupe werkt. In den
penhouder worden nu stalen stiften gestoken,
welke eerst met diamantpoeder bewerkt zijn en
verschillende vormen hebben. Men kan nu met
de vrije hand de verschillende vormen volgens de
teekening in den steen snijden. Dit moet echter
zeer voorzichtig en gelijkmatig geschieden, daar
men anders het gevaar loopt, dat de steen barst.
Vroeger deed men dit werk alleen met een burijn,
een schuin aangepunt hardstalen beiteltje met
knopvormig handvat; dat was dus veel moeilijker
werk.
De stempels werden door de wapengraveurs zgn.
gesneden in metaal, palmhout, glas of kristal,
maar altijd het spiegelbeeld. De gedrukte wapens
als houtsneden in wapenboeken werden geëtst,
of als kopergravures behandeld. Meesters in die
kunst waren. A. Dürer, Hans Holbein, Virgil
Solis, Jost Amman en de monogrammisten, die
allen in den renaissancetijd en -stijl leefden en
werkten.
57
Afb. 17. Aanziende leeuwenkop.