np Michelsen en Hoff. Si non vero, ben trovato, zeggen de Italianen. Dit is meer te beschouwen als wa pencuriosum, maar dient toch vol ledigheidshalve vermeld te worden (zie afb. 15). Zegels Thans het een en ander over ze gels, die men wel eens aanduidt met de term „La clé de 1'histoire". De oudste zegels waren de ridder zegels, zooals reeds vermeld, uit de 1 ie en 12e eeuw. Er zijn in de archieven nog vele van bewaard gebleven. Men maakt daarvan wel gipsafdrukken, met okerwater lichtbruin gekleurd en zelfs ijzeren afgietsels, die men zelden ziet; deze zijn zgn. galvanoplastisch vervaardigd. In den regel stond er op die zegels een omschrift (abusievelijk veelal randschrift ge noemd, maar dat is een tekst, die bij munten niet op voor- of achter zijde, maar op den zijkant aange bracht is, zooals b.v. het rand schrift op den zilveren gulden). Daar er in die omschriften nogal veelvuldig afkortingen voor komen (D.G.R. Dei Gratia Rex, Koning bij de Gratie Gods is wel een van de meest bekende) kost het wel eens moeite de beteekenis eruit te- halen. Latijnsche uitgangen, b.v. -us, -um werden door een soort haal aangegeven; de letter n werd vaak weggelaten en vervangen door een liggend streepje boven den voorafgaanden. Op de aller- [IfJIIIIIIlIIllilill Afb. 15. Letterwapens B, M, H. 52

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 50