koorden met knoopen of lussen er in, eindigende
in kwasten om de toegewende schilden heen.
Er werden, al in de 12e eeuw, maar toen nog
zeldzaam voorkomend, schildhouders aan toe
gevoegd, menschen of dieren. In de Fransche he
raldiek noemt men de eerste supports, de tweede
tenants en als, wat ook voorkwam, het wapen ge
plaatst was b.v. op een uitgespreiden adelaar of
een Johanniterkruis e.d., sprak men van soutiens.
Voor die schildhouders koos men veelal leeuwen,
toegewend of aan- dan wel omziend, die op een
lint met devies (of als er geen devies was met
den familienaam er op) dan wel een arabesk
of boomstronk moesten staan, dus alzoo niet los.
Ook kwamen eenhoorns, herten, griffioenen, dol
fijnen, of zooals bij het Engelsche koninklijke
wapen een leeuw èn een eenhoorn dus twee ver
schillende schildhouders voor. Voorts matrozen,
ridders, krijgslieden, wildemannen of -vrouwen, ge
harnast, gewapend met hellebaarden oflansen, met
banieren, vlaggen, of wimpels er aan en zoo meer.
Vlaggen zijn maar zelden met wapens versierd
(vm. Koningrijk Italië) doch standaarden wel, b.v.
de koninklijke, die bovendien nog met de Militaire
Willemsorde is getooid. Deze komt echter niet op
dien van H.K.H. de Prinses noch op dien van
Z.K.H. den Prins voor. Banieren zijn vierkante
vlaggen, dikwijls volgens het schild en met franje en
kwasten (c.q. ook koorden) langs de kanten, aan
een lans bevestigd. Banieren waren oudtijds de
verzamelvlaggen der baanderheeren voor hunne
knapen, die met den kreet van hun baanderheer
aanvielen en wimpels droegen. (Zie afb. 5)
Aan ridderlansen zijn soms riddervaantjes beves
tigd. Wimpels zijn lang en smal uitwaaiend van
lans of speer.
20