purper. Bij Koningen en Keizers werden zij tot een zgn. baldakijn samengebonden door koorden met kwasten en getopt door een Konings- of Keizerskroon. Aan den rand waren dan franjes aangebracht. De bovenste prop van het mantel kleed stak in de kroon als voering. De Neder- landsche koningskroon is echter niet gevoerd. De wapens werden in den loop der tijden nog meer versierd, zelfs overtollig! Men zag wapens met 5 tot 9 helmen, die niet boven het schild konden staan en dan maar R en L ervan geplaatst werden. Ketens Soms hing om het schild c.q. de keten met juweel van een of meer hooge Ridderorden, als b.v. het Guldenvlies. De orde van het Guldenvlies werd alleen aan vorsten en personen van hoogen adel verleend en bestond uit een keten van Bourgon dische kruisen met vuurslagen en vlammen bela den. (Die vuurslagen komen ook op de Militaire Willemsorde voor). Onderaan hing het juweel der orde, het gouden lamsvacht. Thans wordt deze orde niet meer uitgereikt. De Koning van Spanje had het recht daartoe, welk recht, naar ik meen, betwist werd door den Oostenrijkschen Keizer. Zie hierover „La Toison d'Or" van Baron Kervijn de Lettenhove en het verslag van de Tentoonstelling van alles, wat deze orde betrof, te Brugge in 1907 gehouden. Andere op deze wijze voorkomende ordeketens zijn o.a. die van de Olifantsorde en Seraphijnenorde. De keten van de Engelsche Orde van den Kouseband (Garter) wordt echter meestal niet om wapenschil den gevoerd. Daarvoor in de plaats komt dan een gestyleerde afbeelding van den kouseband met gesp, zooals die onder den linker knie gedragen wordt. 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 15