persoonlijke teekens en tot de 14de eeuw vrij staand of los gebruikt. Daarna werden er voor jongere zonen of hunne afstammelingen nog streepjes, soms ook letters bijgevoegd. Weer later, na de 15e eeuw, werden zij op schilden geplaatst en tot wapens verheven, zelfs met dezelfde figuur als helmteeken. Verschillende families hier te lande voeren ze nog, b.v. Lasonder. Men leze hiervoor speciaal het standaardwerk van Dr. Ho- meyer „die Haus und Hofmarken", die in 1870 de belangstelling voor het huismerk opnieuw gaande maakte. Voorts, ,Hamburgische Hausmarken vom 14.17. Jahrhundert' van K. Hünder. Haus marken' van K. Ruppel, Ie deel (de anderen moeten nog verschijnen) e.a. met talrijke afbeel dingen. Zij dateeren al uit de 13e eeuw en waren tevens dikwijls handmerken voor hen, die niet schrijven konden, terwijl de naam er dan door een ander bij werd gezet. Volgens J. Overwijn in zijn ,Huis- en Grafteekens' zijn deze al 10.000 jaar oud, althans dat schrijft hij in zijn brochure, doorspekt met bijbelteksten enz. als bewijzen. De merken komen als boerenwapens nogal vrij talrijk voor in Duitschland en Zwitserland. Zie hierover Kahlke M. W., ,Wappen der alten Bauernfamilien'. Over poortersmerken zijn talrijke gegevens te vinden in den Navorscher van 1858 en in den Nederlandschen Spectator van 1872. Zie verder ook Friedlanders ,Westfalische Hausmarken und verwandte Zeichen 1872'. Bijzonderheden van Wapenfiguren Bijzonder- of eigenaardigheden doen zich bij enkele wapenfiguren voor. De ooievaar heeft meestal een paling in den bek, de kraanvogel een steen in den linker opgeheven 110

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 108