78
tweede stadhouderlooze tijdperk intrad. De penningen op
de krijgsverrichtingen gedurende den successie-oorlog zijn
meestal van buitenlandsche medailleurs. Van de enkele
Nederlandsche noemen wij den penning op den slag bij
Blenheim, met het portret van Koningin Anna (1704; v.
L. IV, 376, 1, door Boskam)op het ontzet van Barce-
lona, de overgave van Ostende en de bevrijding van Sa-
voye (1706; v. L. IV, 442,1 en 452; 459; 465, 1, alle door
M. Smeltzing)op de bevrijding van Brussel en het behoud
van Brabant, de inneming van de citadel van Rijssel en den
slag bij Oudenaarde (1708; v. L. IV, 540, 1 en 2; 547, 2,
3 en 4, door Boskam en M. Smeltzing). In 1713 werd
met Frankrijk de vrede van Utrecht gesloten, op welk feit
op last der Staten van Friesland een penning werd geslagen
door J. Drapentier (v. L. IV, 657, 1). De in het vol
gende jaar te 's Gravenhage gesloten vrede met Spanje werd
herdacht op een penning van De Wijs, naar een ontwerp
van Prof. Burman, geslagen in opdracht van Amsterdam en
geschonken aan de leden van den Raad (v. L. IV, 680, 1).
Ook van Drapentier is een penning op dezelfde gebeur
tenis (v. L. IV, 680, 3). De vrede van Utrecht bracht ons
door het barrière-tractaat het recht van bezetting van eeni-
ge grensvestingen in de Zuidelijke Nederlanden.
Was het Oranje-huis zwaar getroffen door het kinderloos
overlijden van Willem III, in 1711 werd het een nieuwe
slag toegebracht door het verdrinken van den Frieschen
stadhouder Johan Willem Friso bij den Moerdijk (v. L.
IV, 613). Zijn weduwe Maria Louise van Hessen-Kassei
stond toen alleen voor de taak hun zoon Willem Karei
Hendrik Friso op te voeden tot de hem wachtende hooge
ambten. Kwam de jonge Prins voorloopig in de penning
kunst niet voor, zoodra hij meerderjarig was geworden,
veranderde dit. Zooals alle andere Oranje-vorsten werd
ook hij verheven tot Ridder van den Kouseband (1733;
Verv. v. L. 84, door N. van Swinderen)In 1734 werd hij
in het huwelijk verbonden met Prinses Anna van Engeland,
hetgeen door M. Holtzhey en N. van Swinderen op vele
penningen is herdacht (Verv. v. L. 82, 86, 8994)De in-