gezicht op de bergingswerkzaamheden, Westcapelle in het
verschiet (v. L. II, 478).
Op de opening van het jaagpad van Leiden naar Utrecht
in 1664 graveerde de Leidsche zilversmid Dirck Werck-
hoven een uitmuntenden penning, zoowel in zilver, als in
goud voorkomend (v. L. II, 524).
In 1665 brak de tweede Engelsche zeeoorlog uit. Pool
sloeg in dat jaar twee penningen met een voorstelling van
den zeeslag in de haven van Bergen, zooals wij die van
hem gewoon zijn (v. L. II, 531). Ter herinnering aan den
vierdaagschen zeeslag in 1666 zijn door Wouter Muller
eenige plaquette-penningen vervaardigd met de borstbeel
den van De Ruyter, Evertsen en Tromp op de voor-, den
zeeslag op de keerzijde, reeds bij de portretpenningen be
sproken (afb.'34 en 35). Christoffel Adolphisneed één der
voortreffelijkste afbeeldingen van het zeegevecht, welke wij
kennen (v. L. II, 546, I; afb. 39). De groepeering van de
schepen, de lichtinval, het perspectief, de reliëfhoogte, al
les is even goed. Ook PooVs penning met het portret van
De Ruyter is niet slecht, maar staat toch op lager peil
(v. L. II, 549, 3). Eveneens van zijn hand is een penning
met ongeveer hetzelfde gezicht van den beroemden slag en
het volgende versje van Vondel op de keerzijde: De Godt
der Goden zet Den oceaen de wet Als hooft der ami-
raelen Hij sterkt der Staeten helt Die boeit het
Britsch gewelt. Wie kan Godts maght bepaelen (v. L.
II, 546, 2).
Van Abeele goot in 1667 de mooie plaquette van De Ruy
ter, ter gelegenheid van zijn stoutmoedigen tocht naar
Chattam (Fr. 2222a)Als gevolg van deze overwinning
werd in hetzelfde jaar de vrede van Breda gesloten, waar
op onze voorouders, terecht trotsch op de roemrijke wa
penfeiten onzer vloten, vele penningen hebben doen maken.
Van Adolphi is een op last der Staten van Holland gesla
gen, groot exemplaar, op welks voorzijde de strijdbare
Nederlandsche maagd, de Nijd vertredend; op den achter
grond het verbranden van de Engelsche schepen bij Chat
tam. Het onderschrift luidt: Procul Hinc Mala Bestia Reg-
71