70
lende Grieksche schip Argo (v. L. II, 399, 2). Muller ver
vaardigde een plaquette-penning met de beurs eener-, het
stadhuis anderzijds (v. L. II, 399, 3; Fr. 1616a).
Van het jaar 1656 dateert een penning, welke eveneens de
voltooiing van een werk van algemeen nut betrof, nl. de
trekvaart van Dokkum naar Groningen (v. L. II, 419; Fr.
1515a)Merkwaardigerwijs is dit zeldzame stuk niet door
één der bekende Friesche of Groningsche zilversmeden ge
maakt, maar, blijkens de signatuur op de voorzijde, door
den jongen Lutma. De eene zijde vertoont een wat kinder
achtig landschap met een molentje en de trekschuit in de
vaart; op de andere staat een langdradig opschrift in een
kwabachtige rolwerk-cartouche, volkomen in den trant van
zijn vader's schepping van 1648, alleen veel soberder en
grover.
Toen het volgende jaar de trekvaart van Haarlem op Lei
den werd geopend, is ook dit feit door een penning her
dacht; de stempels ervan zijn gesneden door Pieter van
Abeele jr, blijkens de thesauriersrekeningen van Haarlem
van 1659 (v. L. II, 421). Het is een goed stuk, meer in
den stijl van Looff dan van zijn leermeester Pool. Van
dezen laatsten is een penning op de opening van de Sont
door den admiraal van Wassenaar van Obdam (v. L. II,
445, 1), met een gezicht op den strijd en het slot Kroon-
borg op de voor-, het volgende versje op de keerzijde: Zoo
oorlooght de baron, Die d'Zweden overwon, En open
de den mont Der toegeslote Sont; Niet zonder lyf-
gevaer. Een eer voor Wassenaer En 't vrije Neder-
lant. zoo houdt de Vryheit stant. MDCLVIII.
In de 17e eeuw werden reeds pogingen aangewend, schat
ten uit gezonken schepen aan de oppervlakte te brengen.
Een uitvinding daarvoor van Trewleben is in de Sont met
zooveel succes toegepast, dat de Staten van Zeeland in
1660 besloten hem op te dragen de kostbare lading uit het
schip van Hopman Waterdrinker, dat voor de kust van
Walcheren was vergaan, te redden. Toen hij daarin was
geslaagd, werd hem door de Staten een groote, geslagen
penning vereerd, een fraai stuk met op de voorzijde een