Koningin Elisabeth van Engeland. Deze weigerde, maar
zond haar gunsteling Leicester met een troepenmacht te
hulp. Het optreden van den Engelschen veldheer was niet
gelukkig, zoodat deze in 1587 ons land weer verliet (v. L.
I, 382, 1, met borstbeeld van Leicester op de voor-, een
hond, die zijn kudde verlaat op de keerzijde). Leicester's
gedrag in zake de kerkelijke aangelegenheden in ons land
werd herdacht door een penning, op welks voorzijde de
sluwe Elisabeth troont, terwijl Leicester haar beschuttenden
mantel over de Nederlanden wil uitspreiden; op de keer
zijde tuimelen Paus, monniken en andere geestelijken door
elkaar, verblind door een hemellicht, waarin de naam Je-
hovah (v. L. I, 376; afb. 76 en 77).
De Staten, die zelf het bewind in handen hadden genomen
met Prins Maurits als Stadhouder en Kapitein-Generaal en
Admiraal, besloten geen vreemde hulp meer in te roepen,
maar uitsluitend op eigen kracht te steunen, welk besluit
met groote successen werd bekroond. Immers het jaar 1588
reeds bracht de vernietiging van de onoverwinnelijke vloot
(v. L. I, 390; afb. 78 en 79). Op de voorzijde van dezen
fraaien penning, welke, als de meeste uit dien tijd, door zijn
zeer laag reliëf en daardoor volkomen muntachtig karak
ter zijn afkomst uit de werkplaatsen der officieele stem
pelsnijders duidelijk toont, is afgebeeld een vergadering
van den Koning van Spanje, den Keizer, de Keurvorsten,
den Paus en andere geestelijken, geblinddoekt zittend met
de voeten op een omgekeerde eg. Op de keerzijde een goede
voorstelling van de vernietiging van de Armada.
In 1590 volgde de inneming van Breda door middel van
het turfschip, voor welk feit den krijgslieden eerepennin
gen, op wier voorzijde het turfschip staat afgebeeld, wer
den geschonken (v. L. I. 409). Deze gelukkige gebeurtenis
werd gevolgd door een reeks overwinningen van Prins Mau
rits: de inneming van Geertruidenberg in 1593 (v. L. I,
437, 1)het ontzet van Coevorden en het innemen van Gro
ningen in 1594 (v. L. I, 448). Wegens het herwinnen van
Lier in 1595 werd den daarheen getrokken burgers van
Antwerpen een gedenkpenning vereerd, door Jonghelinck
61