den in 1574, van Breda in 1590, op de inneming van Geer-
truidenberg in 1593, alle van de hand van G. van Bylaer.
De laden van een penningkast voeren ons door den koste-
lijken inhoud van kleine, ronde schijven de geschiedenis
van ons volk in los van elkaar staande beelden voor oogen.
Laten wij ons meevoeren langs de metalen gedenkstukken,
welke daar zoo vreedzaam liggen en vaak van zoo gruw
zame tijden getuigen. Daar zien wij den geuzenpenning van
1566, waarschijnlijk door Jonghelinck gegoten, met het
portretje van Philips II op de voor-, de elkaar drukkende
handen met een bedelzak op de keerzijde. De leus was
toen nog: En tout fidelles auRoy jusques a porter la besace
(v. L. I, 85; afb. 75). Een penning van 1568, waarop een
pelikaan, haar jongen voedend met haar eigen bloed,
brengt ons in herinnering de groote offers, welke Willem
van Oranje bracht door zijn goederen te verkoopen en te
verpanden, ten einde een leger op de been ie brengen
(v. L. I, 113). Helaas vergeefs! De krijgskans was ons
niet gunstig (v. L. I, 121, 125). Een algemeen Euro-
peesch gevaar, sedert tientallen jaren dreigend, diende
met kracht te worden gekeerd. De steeds weer opdrin
gende Turken moesten afdoende worden verslagen. In
1571 behaalde de Spaansche vloot onder bevel van Don
Juan van Oostenrijk bij Lepanto een schitterende overwin
ning. De stad Utrecht deed op dit heugelijke feit een munt-
achtige belooningspenning slaan, vertoonend op de voor
zijde Philips II te paard, Utrecht in het verschiet; op de
keerzijde den Koning, een kruis in de hand, schrijlings zit
tend op een dolfijn te midden der golven, (v. L. I, 142,1).
Het jaar daarop verloren de Spanjaarden Den Briel, wa
penfeit, waarop penningen uit den tijd ontbreken en slechts
in de 17e eeuw gemaakte bekend zijn (v. L. I, 148). Het
verzet tegen de door den landvoogd Alva genomen maat
regelen, vooral tegen den tienden penning, nam toe (v. L.
I, 155), waarop de Prins van Oranje zijn tweeden veld
tocht ondernam (v. L. I, 156). Een en ander leidde tot
afschaffing der gehate belasting (v. L. I, 157). Het jaar
1573 bracht de nederlaag van Bossu op de Zuiderzee (v. L.
59