HOOFDSTUK III
HISTORIE-PENNINGEN
De historie-penningen, waaronder hier worden verstaan
de gedenk- en legpenningen 1), welke betrekking hebben op
gebeurtenissen van algemeen historische beteekenis en niet
vallen onder de portret-penningen, geven in de eerste plaats
een overzicht van al wat op staat- en krijgskundig gebied
in ons land heeft plaats gevonden. Daarnaast, maar in veel
mindere mate, is ook het economisch leven herdacht. De
periode van de beste kunstwerken loopt, evenals hij de por
tret-penningen, tot het laatste kwart der 17e eeuw. Daarna
vertoont de eene zijde meestal het borstbeeld van den
vorst, waardoor de portret-penning grootendeels in de
historie-penning is opgegaan. Tevens is hierdoor een de
vindingrijkheid der medailleurs doodende monotonie ont
staan, welke door een te druk gebruik van allegorische
voorstellingen nog in de hand is gewerkt.
Onze oudste historie-penningen hebben in hoofdzaak be
trekking op politieke gebeurtenissen en krijgsverrichtingen
in den tachtigjarigen oorlog. Vele hiervan dragen nog het
kenmerk van de frischheid en jeugd, gemeenlijk eigen
aan de voortbrengselen eener sedert kort beoefende kunst.
De symboliek was nog niet verstard en de werken van waar
lijk groote kunstenaars hebben den medailleurs vaak tot
voorbeeld gestrekt.
Voor een deel zijn de historie-penningen officieele stuk
ken, geslagen in opdracht der Staten en uitgereikt als be
looning voor belangrijke diensten, den lande bewezen. Als
voorbeeld nemen wij de penningen op het ontzet van Lei-
58
Legpenningen werden gebruikt als hulpmiddel bij het rekenen,
daar dit voor velen bezwaarlijk was wegens het feit, dat de munten
niet tot een decimaal stelsel behoorden. Zie: G. v. Loon: Heden-
daagsche Penningkunde, 's Gravenhage 1732; D. Dugniolle: Le Jeton
historique des Pays-Bas, Brussel 1876-'80; F. P. Barnard: The
Casting-counter and the Counting-board, Oxford 1916.