academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, model leerde in 1891 een weinig fraaien penning met het dubbel portret van Koningin Emma en haar dochter (Zw. 946)in hetzelfde jaar de officieele prijspenningen der vorstinnen, welke evenmin geslaagd mogen heeten (Zw. 975, 977). Voortreffelijk daarentegen is de inhuldigingspenning van 1898 (Zw. Inh. 4). Zelden zal men grooter tegenstelling zien dan tusschen de houterige portretten van 1891 en het bevallige borstbeeld der Koningin van 1898, waarbij de onmisbare schilderachtigheid zoo juist in toom wordt ge houden (afb. 61). Van 1905 dateert zijn goed geslaagde penning op den Delftschen hoogleeraar Dr J. Bosscha (Zw. 580). Pier Pander, in Friesland geboren, maar in het buitenland opgeleid, doet zich in zijn werk wel zeer sterk kennen als de beeldhouwer in groot formaat. Bij al zijn penningen bemerkt men steeds, dat zij verkleinde reproducties zijn van uitmuntende reliëfs. Als voorbeelden noemen wij de prijs penningen van 1898 met het borstbeeld der Koningin (Zw. 1221)de forsche portretten van J. V. Wierdsma, president-directeur der Holland-Amerika-Iijn (1905; Zw. 569; afb. 62), Luit. Generaal A. Kool (1909; G.B. III, le d. 853), Mr J. van Heukelom (1909; G.B. III, le d. 868) en Mr N. G. Pierson (1911; G.B. III, le d. 979). Eén der productiefste medailleurs is C. Wienecke, stem pelsnijder aan de munt te Utrecht. Over het geheel geno men is zijn werk even uitgebreid als voortreffelijk. In vele exemplaren heeft hij een harmonisch geheel weten te schep pen met een borstbeeld, dat goed in het penningveld past en welks reliëf het evenwicht bewaart tusschen plastiek en schilderachtigheid. In enkele echter heeft deze laatste eigenschap wat te sterk de overhand gekregen. Een greep doende uit zijn penningen noemen wij hier de fijne, recht hoekige plaquetten van 1901 met de beeltenissen van den voorzitter en den secretaris van het muntcollege: Mr L. W. A. Besier (Zw. 257) en J. C. van Eelde (Zw. 258)die van den schilder J. H. L. de Haas (1902; Zw. 280)een krach tig portret van Koningin Emma bij haar 25-jarig verblijf in 51

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 49